Al twee dagen lang kon Hein zijn bril niet vinden. Hij wist zeker dat hij de bril voor het slapen gaan, zoals iedere avond, op de kapstok had gelegd. Dat is voor hem een vast ritueel waar hij zich altijd stipt aan houdt en toch was zijn bril al 2 dagen zoek. Toos had hem al een paar keer geadviseerd om toch maar naar Boertie te gaan voor een nieuwe, maar daar wou Hein nog niks van weten. Zijn humeur werd er echter niet beter op, zeker niet toen hij een blaar onder zijn kunstgebit op voelde komen. Was er zeker weer een pitje uit de bessenjam onder zijn gebit blijven plakken. Alsof het zo moest zijn, ging het piepertje van zijn gehoorapparaat ook nog af, als teken de batterijen bijna op waren. Wat een gedoe, met al die hulpapparatuur, een knappe vent die daar niet sacherijnig van wordt.

Toos zat het boek over Mariënheem 75 jaar weer eens door te bladeren en vond daarin een mooie foto, van melkrijder Gerrit Haarsman. De foto is nog uit de tijd dat de melkmachine en de melktank nog uitgevonden moesten worden. De melk werd in bussen van 30 L van de boerderij naar de melkfabriek gebracht. De boeren kregen de melk eens per twee weken uitbetaald. Dat uitbetalen ging in contanten, in bruingele papieren zakjes, met dezelfde melkrijders van de fabriek naar de boer. Om die zakjes stuk voor stuk bij de boer af te geven was teveel werk. Een brievenbus om de zak met geld in te deponeren was nergens aanwezig, laat staan dat er een touwtje uit de brievenbus hing, om de deur te openen. Wel stond op een boerderij de achterdeur de gehele dag open, ook al waren de boer of boerin soms in geen velden of wegen te zien. Daarom werd het zakje met melkgeld half tussen het deksel van de melkbus geklemd, zodat de boer of boerin, zodra ze in de buurt kwamen het melkgeld konden innen en daarmee was dan de “uitbetaling” van de fabriek een feit.

Rustig peddelend fietsten Toos en Hein naar het midzomerterrein bij manege Bartels. Hein had er nog steeds erg veel moeite mee dat het midzomerfeest geen “dorpsgebeuren”meer was , maar Toos had zin in een praatje, een visje en even “sfeer proeven” en Hein lustte wel een pilsje, dus fietste hij maar met Toos mee.

Ze hadden weer eens een mooie verjaardag gevierd, Hein en Toos. Toos kon er nog niet over uit. De hele middag hadden de kinderen er de mond vol van. Het nieuw geopende pizza restaurant in Marle. Het leek wel dat het leven geen zin had als je niet een keer een bezoek had gebracht aan dat pizza restaurant. Zó lekker! Zó uniek! .Na lang zeuren was het Toos gelukt om Hein over te halen dat ze de volgende zondag ook een bezoek zouden brengen aan de pizza boerderij.