Het is bijna 4 mei. Ik vind dat ik er aandacht aan moet besteden. Hier in Nederland zijn er altijd herdenkingen. Jaren geleden ben ik in Joegoslavië geweest. Een fascinerend land, even nu niet te praten over prachtige kusten en andere zaken. Wat mij opvalt zijn de niet opgeruimde ruïnes uit WO II. Ik zie ze overal. Ik vraag er naar en binnen de kortst mogelijke tijd word ik uitgenodigd om mee te gaan naar een bijzondere plek. Ik logeer op dat moment in een hotel in Slunj, een plaats tussen Karlovac en de Plitvice meren.

Mijn moeder heeft groene vingers. Altijd al gehad. Ze maakt iedere keer een paradijsje van zowel voor- als achtertuin. Bij haar ouders was een grote moestuin. Dat betekende dat ik soms naar huis moest fietsen met een doos bonen achterop die meer woog dan ik. Ik ben het trauma nooit helemaal te boven gekomen (weet u meteen waarom ik niet zo’n fan van fietsen ben).

Het zal weinigen van de lezers ontgaan zijn dat er recent een motie van de Partij voor de Dieren is aangenomen in de 2e kamer die ervoor moet zorgen dat kalfjes een bepaalde periode na de geboorte bij hun moeder moeten blijven.

Wij, Riekie en Harry, zijn de noabers van Hein en Toos. Wij hebben een goede band en leggen elke maandagavond een kaartje. Beiden houden wij niet van verliezen en dat maakt de avond serieus. Nou ja serieus…… Tussendoor hebben wij het over de koetjes en kalfjes, roddelen wij over de overburen maar als de schoppenaas op tafel gelegd wordt staan de gezichten weer strak. Pokerface anno 2016 zeg maar.