Ondanks allerlei feestelijkheden in privékring en wat betreft de man met de witte baard en de stoomboot, heb ik er moeite mee: die donkere dagen voor kerst. ’s Avonds zit je in het donker warm te eten en met een beetje bewolkt weer is het al donker als je goed en wel de kinderen van school hebt gehaald. Het bed lonkt al vroeg en soms geef ik daar ook aan toe. Andere dagen pak ik een wijntje en blijf dicht naast mijn man op de bank zitten, met boek of tv.

Duidelijk voor de Katholieken onder ons. Je proeft en hoort gelijk al het verschil, immers de Protestanten zeggen, Kerstfeest.

En toch, het gaat over een geboorte van een Kindje. Het Kindje wordt Jezus genoemd. De oorspronkelijke naam is Jesjoea en betekent: Hij die redt.

Op de markt in Raalte stond Hein bij de visboer op zijn beurt te wachten. Twee haringen en een dubbele portie kibbeling zou hij mee naar huis nemen, voor Toos en voor hem zelf. Hij stond dicht achter een zeer stevige dame, van rond de 50, die twee zakken met kibbeling had besteld. "Zou ze die echt alleen opeten?", dacht Hein.

Op een mooie zonnige zondagmorgen wanneer ik de hond uitlaat, hoor ik zachtjes de kerkklokken luiden. Het gebeier zwelt aan tot een behoorlijk aantal decibellen. Als ik goed luister hoor ik een lokroep: bimbam, bimbam, een simpele melodie, bimbam, kom dan! bimbam kom dan! Het is net een echo.