Hein en Toos liepen al wekenlang rond met een gezicht als een oorwurm. Ze liepen maar een beetje rond van het ontbijt tot aan de koffie en van de koffie naar het twaalf uurtje. Ze spraken niet meer als het hoognodige met elkaar. Wat kon dat stel nu toch zo dwars zitten, dat ze nu zo chagrijnig rondliepen terwijl ze normaal zo vrolijk en opgeruimd zijn. Hein had weer eens een halve nacht wakker gelegen en had zich voorgenomen om met de koffie de hele situatie met Toos te bespreken. “Misschien lucht het op en misschien vinden we samen een oplossing om weer vrolijk door het leven te gaan”, dacht Hein. Hij was niet van plan om nog langer zo chagrijnig te blijven en de rest van zijn leven te laten vergallen, door iets waar hij toch geen invloed op had.

Afgelopen dagen voorspelden ze dan weer wel, dan weer niet, een witte Valentijnsdag. Het laatste wat ik zag was dat er alleen natte sneeuw zou komen, gevolgd door de hashtag (zo’n hekje dus) #nietwit. Maar ik werd wakker op Valentijnsdag, keek naar buiten en dacht #welwit. En ik dacht potvervijfeurocenten, ik denk in het Twitters!

Achter in de prachtige beeldentuin van "de Eikelhof" zaten Hein en Toos te genieten van het lekkere winterzonnetje dat fraaie accenten legde op de mooie wintertuin. Ze hadden intussen de hele winkel van Eikelhof al door "doorgeworsteld". Hein had ingeschat dat dit ongeveer een half uur in beslag zou nemen terwijl Toos vooraf gerekend had op minstens anderhalf uur. En zoals altijd , Toos had weer gelijk gekregen. Hein gaf dit maar al te graag toe want ook hij had echt genoten van de prachtige dingen die er te zien waren. "Tjonge" zei Hein, "wat een prachtige collectie van antieke spullen, en dat allemaal in en om onze vroegere kleuterschool."

Wolkenlagen stapelen zich op. De net nog even zichtbare zon verdwijnt. Boosaardig lachen de donkere zware wolken de zon uit. De wolken zijn nu een dikke massa. Ze zijn zwaar en moe, hebben geen zin meer op elkaar geplakt te zitten. Ze willen weg daar uit die donkergrijze massa. Ongecontroleerd valt de natte sneeuw pardoes met een ongelooflijke kracht heftig naar beneden. Dertig meter achter mij schijnt wel de zon, hij trotseert de grijze natte massa, de zon lacht, de straat is droog. Ik sta ook droog onder een grote vrolijke kleurige paraplu en kijk met verbazing wat de natuur allemaal doet. Dit heb ik al eens eerder meegemaakt. Toen was het zomer, woonde ik nog in Zeeland. Ik fietste langs het Singel in Vlissingen voorbij de katholieke kerk en zie aan de overkant van het water dat het hard regent. Ik stopte en keek hoe de mensen snel naar de portieken renden. Kinderen spreiden hun armen en liet de regen hen drijfnat maken. Het duurde maar een paar minuten. Zoals het begon, zo stopte de stortbui abrupt. Maar de zon hier heeft nog niet die kracht, de grijze massa wint en lacht de zon opnieuw uit. Ze laat alle nog de overgebleven natte sneeuw vallen. En niets blijft liggen. De wind is guur, het is nat, koud, klam, vies, een beetje glibberig en ben blij dat ik snel thuis ben.