Het bestuur van Plaatselijk belang had in de beginjaren ’80 van de vorige eeuw al dikwijls de vraag voorgeschoteld gekregen, “wanneer komt er nou eindelijk eens een tennisbaan in Mariënheem”. Je kon er voetballen, volleyballen, tafeltennissen, gymmen maar voor de tennissport was er geen plek. En elk zichzelf respecterend dorp moest in die tijd toch wel over een tennisbaan beschikken. Dus werd er een werkgroepje geformeerd, die met dit gegeven aan de slag ging. Een van de eerste vragen die beantwoord moest worden was : Wat is de meest geschikte plek in Marienheem om een tennisbaan aan te leggen?

Harry de buurman van Hein en Toos kwam zo maar even langs om een praatje te maken, of misschien ging het hem wel om een nieuwjaarsborrel, want die had hij nog niet gehad. Het werd een praatje op “hoog niveau” en na de derde borrel zat hij lekker op de praatstoel en werd er meer verteld als wat hij ooit van plan was geweest. Alle rapporten van de kinderen waren al besproken toen hij begon te vertellen over zijn avontuur in de trein.

“Mariënhemers van het eerste uur zo zou je ze kunnen noemen” zei Hein tegen Toos. “De eerste supermarkt van Mariënheem, een soort Aldi van voor de oorlog, dat was de winkel van Dieksie en Dieke.” Toos had veel herinneringen aan Dieke en Hein wat meer aan Dieksie.

Met een schoenendoos vol oude verhalen en foto’s op schoot, zat Toos te kijken naar de verkeersdrukte op de Nijverdalseweg. Hein was even naar de Parabool om een paar broden te halen en zoals zo vaak dwaalden haar gedachten af naar de verhalen die ze in de loop der jaren had gehoord over diezelfde rijksweg.