Bij deze titel kan men zich natuurlijk van alles voorstellen. Wortels om te eten. Van die oranje, waar je oranje van wordt als je er serieus veel van eet. Ik kan het weten, de gele schmink was wel eens niet zichtbaar op mijn gezicht. Die eetbare wortels zijn er ook in geel, wit en paars, maar de oranje variant vinden we het meest in de supermarkt.

 

Wortels zitten natuurlijk ook aan andere planten en plantjes. Aan aardappels bijvoorbeeld. Die lopen ook gewoon weer uit als je ze in de kelderkast vergeet. Als je ze dan weer in de grond stopt komen er ook weer nieuwe aardappelplanten. Zelfs als ik dat doe, en ik heb bepaald geen groene vingers. Maar alle planten hebben wortels. De ene plant wortelt graag in los zand, de andere in klei, weer een andere in modderige vijverbodem. Ieder zijn meug. Tijdens een wandeling in het bos moet je trouwens niet alleen van de omgeving genieten, maar ook naar beneden kijken anders lig je met je neus tussen de boven het pad uitstekende boomwortels.

Wij mensen hebben ook wortels, de een meer dan de ander. De een is daarbij erg honkvast, de ander trekt de wortels nogal eens in om ergens anders verder te groeien. De een voelt zich thuis in Salland, de ander in Brabant, in het westen des lands, of reikt over de grenzen. Sommige mensen gaan ‘back tot their roots’ en keren terug naar het land van herkomst, of dat uit Nederland is of ernaartoe. Sommigen voelen de wortels van hun voorouders en trekken naar een land ver weg, anderen zijn jonge stekjes die heel goed op een nieuwe plek kunnen wortelen.

Als je om wat voor reden dan ook de plek wil of moet verlaten waar je wortels stevig in de grond verankerd zijn, op een plek waar je gewend bent of zelfs doorheen generaties voor je, doet dat zeer. Dat is wortels losrukken. Toch moet dat soms, omdat de plant anders verpietert of niet kan overleven. Het is een hele kunst om dan op een andere plek toch weer het vertrouwen te hebben om die wortels in de grond te zetten, ze voeding en water te geven, ze nieuwe stevigheid te bieden en frisse lucht. En liefde, heel veel liefde.

Mijn moeder weet alles van plantjes en heeft er heel veel liefde voor. Mijn oom nog veel meer, mijn broer heeft er ook een plantje eh handje van. Ik weet er niks van. Als ik naar een plant kijk is er al het risico dat die doodgaat. Maar ik zie soms wel waar het goed wortelen is voor een mens. Dat kan op onverwachte plekken zijn, wat iemand nodig heeft kan veranderen, maar bovenal is dat voor iedereen anders.

Er zijn zoveel mensen die een heel leven of een halve familie achterlaten in de hoop ergens weer te kunnen wortelen, hun bladeren glad te kunnen strijken, water op te zuigen en zonlicht op te nemen. Vaak met heftige verhalen. Mijn wortels zijn, gelukkig zonder zulke trauma’s, al een paar keer ergens anders in de bodem gezet, van zandgrond tot rivierklei. Nu mogen de wortels van man en kinderen ook een heel klein stukje verderop opnieuw gepoot. De een heeft er erg veel moeite mee om de wortels überhaupt te roeren, de ander staat met de helft ervan al op de nieuwe stek. Maar uiteindelijk, met onze wortels door elkaar geweven, krijgen we samen weer voldoende stevigheid en frisse groeikracht.

Iedereen is anders, iedereen heeft andere behoeften. Een beetje bodem, voldoende water, wat frisse lucht doen wonderen. Maar liefde - van oude of nieuwe familie, vrienden, buren, kennissen - is de Pokon die wonderen verricht.

Deel dit via social media