Alle dagen heb ik vogelvisite. Allerlei pluimage, merels, lekker appeltjes eten. Ik heb een heel laag mini zwembadje erbij gezet. Het water wordt steeds ververst. Met al die warme dagen dat moet wel. Natuurlijk, veel mussen, soms nog een koolmees, een enkele keer een zanglijster en een spreeuw en af en toe duiven. De laatste zijn grote vreters.

Hein kent intussen het programma van de midzomerfeesten wel uit zijn hoofd. Voor de barbecue heeft hij zich (zonder medeweten van Toos) al opgegeven en om Toos over te halen om mee te gaan zal vast wel lukken, nee hij maakt zich veel meer zorgen om de schutterskoning. Vorig jaar had hij ook al mee willen doen maar toen was het er niet van gekomen. Toos had het hem sterk afgeraden. "Hein je staat voor schut", zei ze, "je denkt dat je nog net zo kunt schieten als vroeger toen je 'onder dienst lag' maar vergeet dat nou maar want dat is echt niet zo." Hein heeft het er toen maar bij gelaten.

Tsja, de titel van het verhaal doet me een beetje denken aan een streekroman: ‘Mijn kinderen eten turf.’ Dat doen die van mij niet. Zwemmen, dat doen ze. Duiken, plonsen, de een nog op zwemles, de ander recreatief en de derde semi-professioneel, op de Reddingsbrigade. Bij het afzwemmen voor het A-diploma werd ik zelf al een beetje moe van het kijken. Bij het B-diploma sta ik versteld hoe mijn kroost toch al wel niet kan zwemmen. Bij het afzwemmen voor het diploma C zat ik bijna de hele tijd met mijn mond open hangend. Tenminste, zo voelde ik me wel. Tjonge jonge, wat moeten ze daar véél voor zwemmen. En op veel verschillende manieren. En met veel kleren aan. En ook veel onder water.

Afgelopen dinsdagmorgen (na pinksteren) was Hein niet te genieten. Hij had al een paar keer een half uur op de WC gezeten en hij voelde al weer de volgende krampen in z’n buik. Hein en Toos waren samen naar de RIBS & BLUES geweest en hadden daar onmeunig völle schik gehad. Toos had Hein nog zo gewaarschuwd: eet nou niet te veel spareribs, morgen heb je er weer last van!